Je krijgt te maken met afschrijvingen als je investeringen hebt gedaan voor je bedrijf
in bedrijfsmiddelen die hoger zijn dan € 450,-. Bedrijfsmiddelen zijn zaken die je niet
direct wenst te verkopen.
De investering mag van de Belastingdienst niet in het jaar van aanschaf worden geboekt
als kosten maar moet worden verdeeld over een aantal jaar. Per type investering kunnen
de termijnen verschillen.
- Goodwill dient sinds 2007 in 10 jaar afgeschreven te worden.
-
Overige immateriële vaste activa (vervoersvergunningen, octrooi en patenten en
auteursrechten) dienen te worden afgeschreven in 5 jaar tenzij de investeringen
periodiek (jaarlijks) gedaan moeten worden om vergunningen, intellectuele
eigendommen en concessies in stand te houden. In dat geval mag je het gehele
bedrag in het jaar van betaling van de winst aftrekken. Je dient de investering
dan te plaatsen op 'Andere kosten' onder 'Overige bedrijfskosten' op de Winst-
en verliesrekening.
-
Op gebouwen en terreinen kan alleen worden afgeschreven als de boekwaarde
hoger ligt dan de bodemwaarde. De bodemwaarde kan op twee verschillende manieren
worden bepaald. Als een gebouw bestemd is voor verhuur aan derden dan is de
bodemwaarde gelijk aan de WOZ-waarde. Voor gebouwen in eigen gebruik is dit
slechts 50% van de WOZ-waarde. De bodemwaarde staat voor de absolute minimale
waarde van het gebouw.
- Machines en installaties dienen te worden afgeschreven in 5 jaar.
-
Overige materiële vaste activa kunnen worden onderverdeeld in auto's en
transportmiddelen en inventaris zoals computers. Beiden dienen te worden
afgeschreven in 5 jaar.